Tijdens mijn werk als ambulant begeleidster kwam ik thuis bij verschillende gezinnen. Ik heb het altijd als bijzonder ervaren om deel uit te mogen maken van deze gezinnen. Het contact met mensen vind ik ontzettend leuk, uitdagend en inspirerend. Bij het ene gezin kwam ik bijna dagelijks en in andere gezinnen wekelijks. Ik heb bijzondere herinneringen aan die tijd van bijna 10 jaar.
Gisteren tijdens het wandelen in het bos moest ik terugdenken aan een moment wat me helder voor de geest staat. Het was op een ochtend in een gezin waar ik hielp met het opstarten van de dag. Er was geen ontbijt, maar op tafel stonden blokjes kaas. Ik zag het kindje kijken naar de blokjes kaas en daarna naar zijn moeder.
“Hoor je dat?”, zeg ik, “Die kaas zegt eet me op eet me op”. Wat er toen gebeurde had ik nooit verwacht. Het kindje kwam naar me toe en gaf me zo een intense knuffel dat ik er overdonderd van was.
Regelmatig heb ik terug gedacht aan dit moment. Aan hoe ik om ben gegaan met de mensen in de gezinnen. Nu na de opleiding voel ik me zeker dat ik toen al op de goede weg was. Dat de onvoorwaardelijkheid die ik voelde en uitdroeg naar de gezinnen er voor heeft gezorgd dat ik mensen in hun kracht heb kunnen zetten. Niet door de mensen te beoordelen, maar door de mensen te zien. Hierdoor kon ik tijdens mijn werk als ambulant begeleidster een professionele samenwerkingsrelatie opbouwen binnen de gezinnen.
De ander zien en onvoorwaardelijk accepteren brengt een proces op gang, waarbij de ander ervaart er te mogen zijn. Vanuit dit vertrouwen kan de ander ontdekken en ervaren wat zijn krachten zijn die ervoor kunnen zorgen dat de persoon weer in zijn kracht gezet word.
Reactie plaatsen
Reacties